Programmarekening

Toelichting met de belangrijkste verschillen

Voor een uitvoerige toelichting op de verschillen tussen de rekening en de laatst gewijzigde begroting ad € 10,2 miljoen verwijzen wij naar de verantwoording per doel. Hierin worden ook de verschillen voor en na resultaatbestemming toegelicht en wordt ook nader ingegaan op het structurele dan wel incidentele karakter van ontstane verschillen. Wij volstaan op deze plek met vermelding van de belangrijkste verschillen waarbij uitgegaan is van het gerealiseerde resultaat, dus in deze verschillen zijn de onttrekkingen aan c.q. stortingen in de diverse reserves al meegenomen. Aansluitend volgt een summiere toelichting met de bedoeling om op hoofdlijnen een beeld te krijgen van de belangrijkste verschillen.

Verschillen op programmaniveau

Voordelig

Nadelig

Programma 1. Samenleving

1.019.000

Het voordeel heeft onder andere betrekking op:

  • Lagere energielasten bij zwembad De Vrolijkheid € 0,17 miljoen (doel 1.2.3),
  • Incidentele vrijval budget bij opvoedingsondersteuning € 0,17 miljoen (doel 1.3.1)
  • Terugvordering bedrag laaggeletterdheid € 0,1 miljoen (doel 1.3.2)
  • Vijval budget bij onderwijshuisvesting € 0,15 miljoen en minder huurlasten € 0,5 miljoen (doel 1.3.3).

Tegenover de voordelen staat een nadeel van € 0,2 miljoen op leerlingenvervoer (doel 1.3.2).

Programma 2. Inwonersondersteuning

859.000

Er is een voordeel op het programma van circa € 1,6 miljoen en dat is ontstaan door:

  • Minder uitgaven op de Wmo verstrekkingen € 0,4 miljoen (doel 2.1.3)
  • Minder uitgaven Thuisondersteuning € 0,7 miljoen ((doel 2.1.3)
  • Minder uitgaven jeugd € 0,6 miljoen (doel 2.3.1 en 2.3.2)
  • Hoger eigen bijdrage € 0,2 miljoen ((doel 2.1.3)
  • Minder uitgaven dagbesteding € 0,1 miljoen ((doel 2.1.3)
  • Minder uitgaven PGB € 0,3 miljoen ((doel 2.1.3)

Tegenover de voordelen staat een storting in de reserve van € 1,0 miljoen (doel 2.2.1) voor perspectief op werk. Via de decembercirculaire van het gemeentefonds zijn deze gelden ontvangen op programma 10. De besteding vindt in latere jaren plaats.
Verder is de geraamde onttrekking aan de reserve voor huishoudelijke hulp ad € 0,3 miljoen (doel 2.1.3) verantwoord onder programma 10 (doel 10.1.1)

Programma 3. Opvang en bescherming

1.664.000

Het voordeel heeft onder ander betrekking op:

  • Minder uitgaven op PGB en subsidies beschermd wonen € 1,0 miljoen (doel 3.3.2)
  • Minder uitgaven op subsidies maatschappelijke opvang € 0,5 miljoen (doel 3.3.1)
  • Minder uitgaven verslavingszorg € 0,1 miljoen (doel 3.2.1)

Programma 4. Inkomen

1.762.000

Het voordeel heeft vooral betrekking op de volgende posten:

  • Minder beroep op de budgetten voor bijzondere bijstand / armoedebestrijding €  0,9 miljoen (doel 4.1.1). Er is onder andere minder beroep op vergoeding van kosten voor woninginrichting gedaan € 0,3 miljoen, door een lagere instroom aan nieuwe statushouders in 2019. Er zijn ook minder aanvragen voor bijdragen in de kosten voor kinderopvang gedaan, wat een voordeel van € 120.000 opleverde. De kosten levensonderhoud voor jongeren die met noodzaak uitwonend zijn, blijkt lager dan vooraf geschat. Dit levert een voordeel op van € 130.000. Het restant overschot bedraagt € 0,3 miljoen, net als in 2018. Hiervoor zou het economisch herstel een verklaring kunnen zijn, waardoor minder mensen een beroep op bijzondere bijstand hoeven te doen en/of ook de aangevraagde bedragen lager zijn.
  • Het voordeel van € 575.000 op de zorgverzekering wordt veroorzaakt doordat er m.i.v. 2019 een contract met een nieuwe zorgverzekeraar is aangegaan. Vanaf 2020 is hiervoor al structureel budget van € 500.000 ingeleverd. In het boekjaar 2019 was dit nog niet verwerkt. Daarnaast is er ruim € 350.000 over op tegemoetkoming. Het aantal aanvragen is ondanks intensieve communicatie van de gemeente slechts licht toegenomen (doel 4.1.2).
  • De verwachte stijging in het aantal aanvragen voor kinderparticipatie doet zich in 2019 niet voor. Voordeel € 0,2 miljoen (doel 4.2.1).

Tegenover de genoemde voordelen staat een nadeel van ruimt € 0,1 miljoen op de langdurigheidstoeslag (doel 4.1.3) en hogere uitgaven op de bijstand (WWB) van € 0,2 mln. (doel 4.1.1).

Programma 5. Ondernemende en levendige stad

466.000

Het voordeel heeft onder andere betrekking op:

  • Incidenteel vrijvallende stelpost kapitaallasten investering Binnenstad € 0,2 miljoen (doel 5.2.1)
  • Bij cultuur (doel 5.3.1) vallen de uitgaven circa € 0,3 miljoen lager uit op de onderdelen podiumkunsten lokale geschiedenis (HCO) en musea. Het grootste deel € 166.000 betreft het onderdeel Podiumkunsten. Er was een bezuiniging niet goed verwerkt in de begroting. In 2020 is dit rechtgetrokken. De aanvraag HCO is € 56.000 lager dan geraamd en op het onderdeel Musea is circa € 35.000 niet uitgegeven. Dit bedrag is de correctie op de (uitgestelde) huurprijs die Anno betaald. Momenteel zit Anno in een pand aan de Sassenstraat waarvan de huurprijs lager is dan huurprijs voor het toekomstig pand aan de Melkmarkt. Anno is hiervoor gekort in de subsidietoekenning.

Programma 6. Toekomstgerichte stad

17.486.000

Het voordeel wordt voor ruim € 17 miljoen veroorzaakt door het voordelig vastgoedresultaat, zoals dat in de MPV 2020 is vermeld. (doel 6.1.5)
Daarnaast zijn de bouwleges circa € 0,8 miljoen hoger, waarvan € 600.000 vanwege een stelselwijziging in de verantwoording (zie doel 6.1.3).
Verder zijn twee stortingen in de reserve geboekt vanwege ontvangen gelden via het gemeentefonds, dit betreft € 288.000 voor de energietransitie en € 70.000 voor het project RIVUS. De besteding van de middelen vindt in latere jaren plaats.

Programma 7. Vitale wijken

605.000

Het voordeel heeft voor € 0,5 miljoen betrekking op het resultaat van de verhuur van gemeentelijke panden (doel 7.1.4) en voor circa € 0,2 miljoen op lagere lasten in verband met het functioneel leeftijdsontslag van medewerkers bij de Veiligheidsregio (doel 7.2.2).
Hier tegenover staat negatieve saldo van € 0,1 miljoen (doel 7.3.3), dat wordt veroorzaakt door een overschrijding op de bestrijding van plagen en ziektes ad € 71.000 en dan met name van de eikenprocessierups, hebben we in 2019 extra inzet moeten plegen voor het opzetten van het netwerk met het Dierenteam en het afronden van het beleidskader; hierdoor is er een overschrijding op het budget van € 63.000.

Programma 8. Bestuur en dienstverlening

307.000

Het positieve verschil van circa € 0,3 miljoen (doel 8.1.2) wordt voornamelijk veroorzaakt door:
Minder te betalen premies nodig voor de opbouw van uitkeringen & pensioenen bij Loyalis. Lagere bijdrage aan Fonds Gezamenlijke Gemeentelijke Uitvoering dan begroot. Minder beroep op wachtgeld door oud-wethouders.

Programma 9. Bedrijfsvoering

573.000

Het voordelig resultaat is het saldo van enerzijds een nadeel op informatievoorziening (doel 9.1.3) en voordelen op de overige organisatiekosten (doel 9.1.1 en 9.1.4), de verwerking van de gewonnen rechtszaak inzake fiscalisering reiskosten en een verrekening met de bedrijfsvoeringsreserve.
Het nadelig saldo op de informatievoorziening bedraagt € 0,6 miljoen en betreft:

  • De kosten van onderhoudscontracten ICT zijn beduidend hoger dan begroot; meer (software)pakketten en hogere indexeringspercentages dan gemiddeld van de bestaande tarieven leiden tot een extra kostenpost van € 250.000.
  • Diverse éénmalige kosten zijn niet t.l.v. de investeringskredieten (MPI) gebracht, aangezien deze niet geactiveerd mogen worden; gedacht moet worden aan implementatiekosten van onder andere Office 365, Exchange 2019, en de inrichting van de integrale Servicedesk; totaal € 200.000.
  • Het negatieve jaarrekeningresultaat van ONS op ICT-maatwerk, € 50.000.
  • De (niet gedekte) kosten van het project “schonen van de Fysieke Dossiers” (vierjarig project, eindigt in 2020) worden binnen dit doel opgevangen, € 80.000.

Het voordeel op de overige organisatiekosten bedraag circa € 0,9 miljoen en heeft betrekking op:

  • Minder uitgaven voor organisatieontwikkeling, huisvesting, meubilair, post etc en fietsplan. In totaal een voordeel van € 0,7 miljoen (doel 9.1.1)
  • Gewonnen rechtszaak fiscalisering reiskosten € 0,65 miljoen (doel 9.1.4)
  • Op het totale loonsomresultaat is een voordeel gerealiseerd, met name veroorzaakt door extra inzet en dekking op de projecten. € 150.000 (doel 9.1.4)
  • Meer inkomsten door invordering, € 80.000 (doel 9.1.4)

Het saldo van de positieve resultaten € 465.000 is conform beleidslijn verrekend met de bedrijfsvoeringsreserve.

Programma 10. Algemene dekkingsmiddelen

14.560.000

Het resultaat op programma 10 wordt in grote mate beïnvloed door de storting (nadeel) in de algemene concernreserve van het voordelig MPV-resultaat 2020.
De belangrijkste verschillen betreffen:

  • Hogere OZB opbrengsten € 0,7 miljoen door extra leegstandscontroles bij gebruikers niet woningen, en een iets te voorzichtige raming bij Berap 2019-2.
  • Hogere gemeentefondsuitkering van € 1,5 miljoen door de op basis vande decembercirculaire 2019 van het gemeentefonds toegekende middelen. De uitgaven van deze inkomsten zijn op de desbetreffende programma’s als uitgaven verantwoord. In de meeste gevallen als een storting in de reserve voor de uitvoering in latere jaren.
  • De post onvoorzien is voor € 65.000 aangesproken voor het voorbereidingskrediet locatieonderzoek Van der Capellen scholengemeenschap en Lobby spoor Zwolle-Munster.. Vrijval € 0,44 miljoen.
  • Onder de concernstelposten was rekening gehouden met enkele nog te ontvangen c.q. te verrekenen posten. Per saldo ontstaat een nadeel van € 0,7 miljoen.
  • Het voordelig MPV resultaat van € 17,3 miljoen (zie doel 6.1.5 grondbeleid) wordt via deze post in de algemene concernreserve gestort (nadeel). Tevens is hier de vrijval uit verschillende reserves verantwoord. Per saldo een voordeel van € 0,7 miljoen.

Totaal resultaat

24.741.000

14.560.000

Saldo resultaat

10.181.000

Deze pagina is gebouwd op 07/01/2020 09:56:41 met de export van 07/01/2020 09:51:59