Beschrijving doel (tekst uit Begroting 2019)
Vanuit de nieuwe Omgevingswet is een omgevingsvisie en een omgevingsplan, als opvolger van het bestemmingsplan, verplicht. Beide instrumenten geven samen de actuele kaders voor de fysieke leefomgeving, waarbinnen ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk zijn en waaraan wordt getoetst. De komende periode gaan we actief aan de slag met het implementeren van de Omgevingswet door het uitwerken van diverse sporen, waaronder het spoor omgevingsvisie (zie doel 6.1.1) en het spoor omgevingsplan. Dat gebeurt op een integrale wijze voor de gehele fysieke leefomgeving en bovendien organisatie breed. Het gaat niet alleen om de inhoud van de regels waaraan getoetst moet worden in het kader van aanvragen voor bijvoorbeeld bouwen, maar ook om het herzien van de procedures, om afspraken die nodig zijn om integraal te kunnen werken en om aanpassing van ICT om digitaal te kunnen werken. |
Toelichting op realisatie doel
Het werken aan de verschillende sporen onder het programma van de Omgevingswet blijft doorgaan. De wet zou in werking treden op 1 januari 2021. Dat de wet is uitgesteld, nog onbekend tot wanneer, doet niets af aan het werk dat voor de vaststelling van het omgevingsplan moet gebeuren. Het omgevingsplan zou niet voor 2022 worden vastgesteld. Die planning blijft vooralsnog gehandhaafd. Ook andere sporen onder de Omgevingswet zullen doorlopen, zoals bijvoorbeeld het spoor HR dat zich onder meer bezig houdt met de voorbereiding van de organisatie door het organiseren van cursussen. |
Criteria (tekst uit Begroting 2019)
We zorgen voor een flexibel maar helder wettelijk kader en adequaat instrumentarium, zodanig dat:
|
Indicatoren
Kaderstellende nota('s)
Portefeuillehouder
Ed Anker |