Doel 4.2.1 We zorgen dat zoveel mogelijk kinderen uit huishoudens met een laag inkomen participeren

Kinderen van ouders met een laag inkomen worden gestimuleerd om te participeren in sport, op school of in culturele activiteiten, zoals dans en muziek. Daarvoor verlengen en intensiveren we waar nodig onze samenwerking met partners in de stad om kinderparticipatie voor minimahuishoudens te bevorderen. Met partners uit de stad willen we het aanbod voor en de deelname van kinderen uit de doelgroep vergroten en gezondheidsrisico's voor kinderen die opgroeien in armoede beperken. Samen met scholen willen we kinderen uit de doelgroep bereiken.  

Uit de Armoedemonitor 2019 blijkt dat Zwolle in totaal  26.500 minderjarige kinderen telt, daarvan wonen 2.100 kinderen in een minimahuishouden. Hiermee is het aantal kinderen in minimahuishoudens onveranderd gebleven in vergelijking met het voorgaande jaar.  Het aandeel kinderen in langdurige minimahuishoudens is sinds voorgaand jaar licht gedaald van 3,8% naar 3,7%. Landelijk is dit aandeel iets gestegen en ligt dit op 4,0%.
Er is volop ingezet op preventie van armoede bij kinderen en op het  bereiken van ouders en kinderen uit huishoudens met een laag inkomen.
De armoederegisseur en ervaringsdeskundigen hebben in 2019 bezoeken afgelegd bij  Zwolse basisscholen, middelbare scholen, Pabo’s, opleidingen social work bij Windesheim en Viaa hogeschool, mbo scholen, campus kind en educatie, orthopedagogen en kinderopvangorganisaties om signaleren van armoedeproblematiek bij kinderen door professionals te verbeteren. Ook hebben ze gefaciliteerd met communicatie zoals nieuwsbrieven en een waaier, om blijvend aandacht voor het onderwerp te genereren. De gemeente heeft minima ouders geïnformeerd over mogelijkheden om hun kind te laten participeren. Samen met tal van fondsen is dit ook gelukt en zijn kosten voor sport, cultuur, school of vakantie activiteiten vergoed.

We zorgen dat zoveel mogelijk kinderen uit huishoudens met een laag inkomen participeren, zodanig dat:

• We voor regelingen voor ouders met kinderen op het voortgezet onderwijs of de eerste twee jaar van het middelbaar beroepsonderwijs een inkomensgrens van 130% van het sociaal minimum hanteren, in plaats van 110%.
• Zoveel mogelijk kinderen die tot de doelgroep behoren gebruik maken van de inkomensondersteunende maatregelen.

Klaas Sloots