Hieronder worden de risico’s voor de gemeente Zwolle gecategoriseerd gepresenteerd. Niet alle risico’s zijn relevant voor het weerstandsvermogen. Denk daarbij aan substantiële risico’s met een kans op financieel verlies dat niet of niet goed meetbaar is en waarvoor geen verzekering kan worden afgesloten of anderszins kan worden voorzien.
Voor de inventarisatie van de risico’s hanteren wij een onderverdeling. In bijgaande tekst wordt elke post toegelicht. Samenvattend ontstaat het volgend beeld, inclusief de risicoposten uit de vertrouwelijke risicoparagraaf.
Risico's | Kans hoog | Kans midden | Kans laag |
1. Algemene en specifieke uitgaafrisico's | 0 | 9.560 | 6.910 |
2. Algemene en specifieke opbrengstrisico's | 300 | 9.199 | 525 |
3. Open eind risico's | 8.897 | 5.018 | 2892 |
4. Risico's bezwaarschriften en Schadeclaims | |||
5. Garantstellingen, verstrekte leningen, deelnemingen | 1.612 | 0 | 9.156 |
6. Verzekeringsrisico's | 180 | 0 | 0 |
7. Risico's vergunningen | |||
8. Risico's grondexploitaties | 10.156 | 11.834 | 4.100 |
9. Risico's kredietprojecten | 2.616 | 1.398 | 2.357 |
10. Overige risico's | 1.500 | 0 | 0 |
25.351 | 37.009 | 25.840 | |
Kans op optreden | 0,75 | 0,5 | 0,25 |
Totalen | 19.013 | 18.504 | 6.460 |
Verhouding hoog / midden / laag | 43% | 42% | 15% |
1. Algemene en specifieke uitgaafrisico's
Renteramingen
De invloed van rentemutaties op onze begroting is met name gerelateerd aan de omvang van de kort geld financiering en de omvang van te herfinancieren langlopende leningen en van leningen waarvoor renteherziening gaat plaatsvinden. Voor de te financieren bedragen (financiering, herfinanciering en renteherziening) tot eind 2020 wordt uitgegaan van een rente van 1,2 %. Voor de kort lopende leningen wordt uitgegaan van 0%. In de risicomatrix is het effect van 0,25% extra rentestijging verwerkt (post van circa € 0,25 miljoen, laag risico). De kans op tegenvallers ten aanzien van renteramingen neemt toe, vooral indien de volgende situaties zich gelijktijdig gaan voordoen: stijgende renteniveaus, afnemende omvang van financiering met eigen vermogen en toename en/of snellere besteding van verleende investeringskredieten
Loon- en prijsontwikkeling aan de uitgavenkant van de begroting
In de risicomatrix is het effect van 1% additionele stijging van lonen en prijzen voor de algemene middelen verwerkt (post van € 4,3 miljoen, midden risico). Daarnaast is er een risico dat als gevolg van het nieuwe pensioenakkoord (medio 2019) vanaf 2022 de pensioenpremies zullen stijgen.
Btw over straatparkeren
Momenteel speelt een juridisch dispuut over de vraag of gemeenten btw moeten afdragen over de inkomsten uit straatparkeren. Dit wordt tot nu toe niet gedaan. Inmiddels is een uitspraak hierover ter beoordeling voorgelegd aan de Hoge Raad maar daar niet inhoudelijk beoordeeld. Indien een toekomstige uitspraak van de Hoge Raad leidt tot btw-heffing, heeft dit financiële gevolgen voor de parkeerinkomsten. De inkomsten uit straatparkeren bedragen jaarlijks ongeveer € 3 miljoen; 21% btw hierover is € 0,63 miljoen. Dit kan nog verminderd worden door inkoop-btw als voorbelasting in aftrek te brengen. Naast het risico dat met terugwerkende kracht btw verrekend kan worden, kan dit ook gevolgen hebben voor de heffing van vennootschapsbelasting.
Aanbestedingsnadelen
Bij de onderhouds -en vervangingsopgave binnen het beheer van de openbare ruimte geldt heel en veilig als ondergrens. Uitgangspunt daarbij is een risicogestuurde en kostenefficiënte werkwijze. Als gevolg van marktomstandigheden (onder andere prijsstijgingen) kan het toch zijn dat geprogrammeerde werkzaamheden duurder uitvallen en niet binnen beschikbare middelen kunnen worden uitgevoerd. Indien als eerste de beheersmaatregel niet getemporiseerd (of afgeschaald) kan worden -de minimale onderhoudsbehoefte ten behoeve van een veilige en leefbare openbare ruimte moet immers worden gerealiseerd en gestelde kwaliteitseisen moeten worden behaald- resulteert dit in tegenvallers. Deze tegenvallers als gevolg van veranderende -soms grillige- marktomstandigheden zullen daarom ten laste van de algemene middelen worden gebracht (na Berap melding).
Niet verrekenbare btw
Het is denkbaar dat in de toekomst btw op investeringen niet verrekenbaar is. Begin 2020 zijn hierover signalen ontvangen. De concrete situatie is benoemd in de vertrouwelijke risicoparagraaf. Mocht dit landelijk voor alle gemeentes gaan gelden dan heeft dit stevige financiële gevolgen. We onderzoeken en volgen de landelijke ontwikkelingen
Geothermie
Voor het onderzoek naar de mogelijkheden van Geothermie is (via hoofdaanvrager provincie Overijssel) Europese subsidie (ELENA) verkregen. Indien niet aan de bij de subsidieverstrekking behorende prestatieafspraken kan worden voldaan, kan de toegekende subsidie worden teruggevorderd. Voor de gemeente betreft het risico € 85.000. De subsidietermijn loopt eind 2020 af. De gemeente Zwolle is met de provincie Overijssel in gesprek om de risico’s op het terugbetalen van de ELENA-subsidie zoveel mogelijk te minimaliseren.
Vennootschapsbelasting (Vpb)
Overheden die winst behalen met activiteiten die concurreren met de ‘markt’, vallen vanaf 2016 onder de vennootschapsbelasting. De Belastingdienst bepaalt bij de beoordeling van de aangifte wat ondernemingsactiviteiten zijn en welke activiteiten voor een winstvrijstelling in aanmerking komen. Hoewel we de aandachtsgebieden in beeld hebben die met zeer grote zekerheid belastingplichtig gaan worden (slagboom-parkeren en grondexploitaties) is de exacte financiële impact (feitelijke belastingdruk) nog niet beschikbaar. De Belastingdienst heeft begin 2019 haar opvattingen kenbaar gemaakt gerekend vanaf 1 januari 2016. Wij zijn het niet eens met de toegepaste winstbepalingsberekening. Een formele belastingaanslag hebben wij nog niet ontvangen over 2016 (als eerste jaar). In afwachting van het vervolg houden wij voorlopig rekening met een risico van € 1 miljoen per jaar over de periode 2016 - 2020) in de verwachting dat er in 2020 meer duidelijkheid komt over de verschuldigde belasting. We schatten de kans op midden.
Brexit
De Brexit kan gevolgen hebben voor de Zwolse bedrijven, hun financiële situatie en investeringsruimte en wellicht ook de regionale arbeidsmarkt. En deze gevolgen kunnen effecten hebben voor de inkomsten en uitgaven van de gemeente Zwolle
COVID-19 (Corona)
De pandemie Coronavirus kan effecten hebben op de bedrijfsvoering van de gemeente Zwolle en als doorwerking in het gemeentefonds, mocht het Rijk minder inkomsten verkrijgen door macro-economische gevolgen. Ten tijde van het opstellen (begin april) zijn de consequenties niet op kans en euro's te ramen.
Rechtspositie van brandweervrijwilligers
In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het ministerie van Justitie en Veiligheid en de Brandweerkamer VNG heeft eind 2018 nader onderzoek plaatsgevonden over de rechtspositie van brandweervrijwilligers in relatie tot Europese- en internationale regelgeving. Er is een risico dat elementen in de rechtspositie van de brandweervrijwilligers in strijd zijn met de normen uit Europese en internationale regelgeving en jurisprudentie van het Europese hof. Dit vraagt nader onderzoek. In den lande circuleren percentages van 25 tot 40% als mogelijke meerkosten als gevolg van het omzetten van vrijwilligheid in een vorm van dienstverband. Voor IJsselland zou dat in de range kunnen liggen van € 1.000.000 – € 1.600.000 op jaarbasis bij een gelijkblijvend voorzieningenniveau. Voor Zwolle is, als dit bedrag niet als taakstelling binnen de begroting van de Veiligheidsregio wordt opgelost, een bedrag van € 250.000 tot € 400.000.
Beschermd Wonen
De taak beschermd wonen is een regionale taak waarvoor een decentralisatie-uitkering van het Rijk wordt ontvangen. De taak is in 2019 binnen de rijksbijdrage uitgevoerd. De verwachting is dat dit ook in 2020 het geval zal zijn. Het risico-profiel 2019 en 2020 is laag. Momenteel werkt het Rijk aan plannen voor een nieuwe verdeling van de middelen per 2021 op basis van objectieve criteria waar in 2019 en 2020 de middelen nog historisch verdeeld zijn. Tevens is het Rijk voornemens om de middelen over een periode van tien jaar door te decentraliseren naar individuele gemeenten. Ook vindt in 2021 een uitname plaats van ongeveer 30% van het budget voor de overgang van cliënten naar de Wlz. Het risicoprofiel met ingang van 2021 wordt beoordeeld op hoog.
Nooterhof
In oktober 2018 is Landstede gestopt met het beheer van de Nooterhof. Voor 2019 is tijdelijke invulling gevonden. Mocht het niet lukken een nieuwe meer structurele partner te vinden die het beheer en de exploitatie op zich neemt, dan vervalt het beheer naar de gemeente Zwolle. Op basis van de ervaring van Landstede bedragen de jaarlijkse beheerkosten in een minimaal scenario € 80.000. Uitgaande van een kans van 50% dat het lukt een nieuwe exploitant te vinden, is er een risico van € 40.000 structureel.
2. Algemene en specifieke opbrengstrisico's
Ontwikkeling algemene uitkering gemeentefonds.
De groei van het gemeentefonds is gekoppeld aan de ontwikkeling (accres) van de netto rijksuitgaven. Jaarlijks blijkt dat de ontwikkeling van het accres één van de grootste risicoposten voor de gemeente is. Bijstelling van de accressen voor de komende jaren is een reëel risico. Wij houden rekening met een structureel (midden) risico van 1%, zijnde € 3,7 miljoen.
Een ander reëel risico betreft de verdeelsystematiek van de algemene uitkering en enkele integratie-uitkeringen. Thans vindt er een breed onderzoek plaats naar de verdeelsystematiek van het gemeentefonds als geheel. De uitkomsten worden eind 2020 verwacht en gaan in per 2022. Het risico op afwijkingen is groot en kan zowel voor- als nadelig voor Zwolle uitpakken. Daarnaast is jaarlijks sprake van bijstelling van de landelijke verdeelmaatstaven en is de uitkering mede afhankelijk van de ontwikkeling van de verdeelmaatstaven bij de andere gemeenten. In de risicomatrix is voor het verdeelrisico's een midden risicobedrag opgenomen van circa € 3,8 miljoen (1% structureel risico).
Vanaf 2019 is een wetswijziging omtrent de btw-sportvrijstelling doorgevoerd. Door wetswijziging komt het recht op vooraftrek van btw die aan gemeenten in rekening is gebracht over de kosten die toerekenbaar zijn aan de ter beschikking stellen van sportaccommodaties te vervallen. Het Rijk gaat de gemeenten voor dit nadeel compenseren via de nieuwe specifieke uitkering Sport. Echter naar de huidige stand van zaken is sprake van een hogere declaratie van de gemeenten dan het beschikbare budget bij het Rijk. Onduidelijk is of het Rijk zorgt voor een volledige compensatie. Voorlopig schatten wij het risico hoog in.
De verrekening van de onder- of overuitputting op het btw-compensatiefonds wordt via het gemeentefonds met de gemeenten verrekend. Anders gezegd, als de gemeenten in gezamenlijkheid meer btw declareren dan er in het fonds aan budget
Ten behoeve van de bedrijveninvesteringszones in de binnenstad int de gemeente bij de betrokken ondernemers de heffing die vervolgens weer terugvloeit naar de uitvoerende stichting of vereniging. De gemeenteraad heeft besloten een minimale bijdrage toe te kennen. Dit betekent dat de gemeente verlies moet nemen wanneer de werkelijke inkomsten lager zijn dan de minimale toegezegde bijdrage. Niet iedere belastingplichtige heeft echter op dit moment betaald. Naar verwachting zal ook hier niet het volledige bedrag geïnd worden. Een risicobedrag van € 75.000 met kans midden is opgenomen.
De Belastingdienst heeft voor de jaren tot en met 2018 in 2019 de controle afgerond. Het risico op terugbetalingen bij toekomstige controles schatten wij in op € 100.000 per jaar tegen een risico midden.
Volumerisico's opbrengstramingen
Deze doen zich voor bij de OZB en bij diverse eigen heffingen zoals bouwleges, leges burgerzaken, markt-/havengelden. Ook het volume van geraamde dividenden is te zien als een risicopost. Het risicodeel op deze posten is in de risicomatrix gesteld op 10% van de geraamde bedragen en heeft een structureel karakter. In de risicocalculatie is in totaal ca € 1,67 miljoen als risicobedrag opgenomen (als middenrisico).
Programma Aanpak Stikstof (PAS)
De ontwikkeling omtrent de PAS (stikstof) kunnen ook behoorlijke effecten hebben op diverse begrotingsposten die gevoelig zijn voor ontwikkelingen in de bouw. Bijvoorbeeld het gemeentefonds (accres, minder woningen/inwoners), OZB, bouwleges, grondexploitaties.
Dividenduitkeringen
De gemeente ontvangt jaarlijks dividenduitkeringen van een aantal verbonden partijen. In de risicocalculatie wordt rekening gehouden met een daling van 10%.
Minderopbrengst OZB verzorgingstehuizen
Door recente jurisprudentie is onduidelijkheid ontstaan hoe om te gaan met de woondelenvrijstelling bij verzorgingstehuizen. In een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag is uitgemaakt dat er veel eerder sprake is van het moeten heffen tegen woningtarief in plaats van het niet-woningtarief. Dit betekent dat geen gebruikersaanslag meer wordt opgelegd en bovendien dat de eigenarenaanslag tegen een lager tarief wordt opgelegd. Daarnaast is er een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam geweest die de oude lijn in de jurisprudentie handhaaft. Hierbij heeft de gemeente Zwolle zich aangesloten. In 2017 - 2019 hebben hiervoor in Zwolle geen procedures gelopen. We blijven dus vooralsnog de vrijstelling toepassen zoals we al deden. In de risicocalculatie is € 0,35 miljoen als laag risicobedrag opgenomen.
Omgevingsvergunningen / reisdocumenten / rijbewijzen
De omgevingswet, wet kwaliteitsborging voor het bouwen (WKB), pilot digitaal aanvragen rijbewijzen en digitaal aanvragen reisdocumenten zijn ontwikkelingen die gevolgen (kunnen) hebben voor de dienstverlening van Zwolle aan haar burgers en bedrijven. De gemeente Zwolle biedt aan inwoners sinds medio 2019 de mogelijkheid om digitaal de verlenging van het rijbewijs aan te vragen. Dat gaat rechtstreeks bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer. Het afhalen van het nieuwe rijbewijs gebeurt nog wel bij de gemeente in verband met de verplichte identiteitsvaststelling. Deze digitale aanvraag heeft geen gevolgen voor de gemeentelijke legesopbrengst per rijbewijs. Medio 2020 wordt de gefaseerde invoering van de ‘Wet digitale overheid’ verwacht. Op een nog te bepalen moment worden dan de rijksleges voor het rijbewijs verhoogd. Dat betekent tegelijkertijd een hoger tarief voor de burger. Dit kan zeker ook gevolgen hebben voor de inkomsten en kosten van de gemeente. Of zich dit gaat voordoen en wat de omvang hiervan is kunnen we nu nog niet aangeven. Daarom is dit meegenomen als pm post.
3. Open eind risico's
Participatiewet inkomensdeel (BUIG)
Gemeenten voeren de bijstand in medebewind uit. Gemeenten ontvangen hiervoor een budget van het Rijk via een specifieke rijksuitkering (BUIG). Het aantal bijstandsgerechtigden is in 2019 met 1,6% gedaald. Ten opzichte van de rijksbijdrage is er sinds 2015 een tekort op de bijstandsuitgaven. In 2019 bedroeg dat tekort € 3,36 miljoen. Dit is 7,2% van het rijksbudget. De drempel voor een Vangnetaanvraag is 7,5%. Er wordt over 2019 dus geen Vangnetaanvraag ingediend. Dit tekort op de bijstandsuitgaven is structureel gedekt binnen de begroting. In september 2020 wordt het rijksbudget 2020 definitief vastgesteld. In de Berap 2020-2 wordt de raad hierover geïnformeerd en tevens over de actuele ontwikkeling van de bijstandsaantallen. Het maximale risico op de BUIG bedraagt € 4,7 miljoen bij een tekort van 12,5% van het rijksbudget of meer. Voor de risicomatrix wordt uitgegaan van het verschil tussen het bedrag van de raming en het maximale risico. Dit bedrag is in de risicomatrix opgenomen met als risicoweging midden.
Minimabeleid
Het minimabeleid bestaat uit diverse open einde regelingen waaronder vergoedingen voor beschermingsbewind, kinderparticipatie regelingen, regelingen voor chronisch zieken en diverse inkomenstoeslagen. De budgetten voor minimabeleid zijn op niveau en de weging van het risico in de risicomatrix laag.
Leerlingenvervoer
Als gevolg van de aanbesteding heeft zich in 2019 een stijging van de kosten voorgedaan van € 232.000 (21%) boven de begroting. Dit bedrag wordt in 2020 structureel aangevraagd om toe te voegen aan het budget. Als dit wordt toegekend, is het budget weer op niveau en blijft de weging in de risicomatrix laag.
Wmo verstrekkingen
Wmo verstrekkingen, thuisondersteuning en dagbesteding zijn open einde regelingen. Risico’s als afwenteling vanuit de Wet Langdurige Zorg (Wlz), toename zorgbehoefte, druk vanuit wachtlijsten, wijzigingen uit gerechtelijke uitspraken, etc. komen vooral hierin tot uitdrukking. In 2019 zien we een toename in de uitgaven voor de Wmo verstrekkingen door de invoering van het abonnementstarief en hogere prijzen als gevolg van een nieuwe aanbesteding. Dit leidt er toe dat we het risico ook voor 2020 op hoog laten staan. Voor thuisondersteuning zien we in 2019 een toename in aantallen door het abonnementstarief maar dit wordt nog gecompenseerd uit een hogere opbrengst uit de besparingsmaatregelen uit de hervormingsagenda. We verwachten nog wel binnen de begroting te blijven. Op dit moment nog geen verhoogd risico.
Eigen bijdrages
In 2019 zijn de inkomsten uit eigen bijdragen 77.000 (9%) achter gebleven ten opzichte van de raming. De invoering van het abonnementstarief heeft een groter nadelig financieel effect dan de extra middelen die we van het Rijk hebben ontvangen ter compensatie. Ook in 2020 zien we een hoog risico op de ontvangsten uit eigen bijdrage vanwege de invoering van het abonnementstarief.
Jeugdzorg
Dit betreft de taken die de gemeente uitvoert in het kader van de Jeugdwet. Ook in 2019 was er sprake van een stijging van de uitgaven hoofdzakelijk in volume. Tussentijds is in 2019 € 2,4 mln. structureel en € 1,7 mln. incidenteel bijgeraamd. De jaarrekening 2019 sluit met een geringe overschrijding € 50.000. Risico's in de ontwikkelingen van de kosten blijven groot. De diversiteit qua financiële omvang van trajecten binnen de Jeugdzorg bemoeilijkt de risicobeheersing. Dit geldt ook voor doorverwijzingen door huisartsen en gecertificeerde instellingen waarop de gemeente geen invloed heeft, maar wel de lasten voor moet dragen. Ook de gewijzigde wetgeving rondom woonplaatsbeginsel heeft in 2019 zorggedragen voor additionele lasten, die door de gemeente niet op voorhand ingeschat konden worden.
Arbeidsparticipatie
Op 1 januari 2019 zijn alle op arbeid gerichte participatie- en re-integratieactiviteiten en de bijhorende budgetten overgegaan naar Tiem. De taken zijn binnen het budget uitgevoerd. Het risicoprofiel voor arbeidsparticipatie is laag.
Sociale werkvoorziening
Gemeenten ontvangen van het Rijk een specifiek uitkering voor de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). De toegang tot de Wsw is per 1 januari 2015 afgesloten en het rijksbudget wordt in 40 jaar afgebouwd. De opbrengsten uit Wsw-activiteiten lopen terug omdat het steeds moeilijker wordt om het vergrijzende SW-bestand te kunnen blijven detacheren. Zij komen dan beschut binnen te werken. Beschut binnen kent een hogere inkoopprijs dan detacheren. De uitgaven voor de uitvoering van de Wsw waren in 2019 € 635.000 hoger dan de opbrengsten. Daar staat een positief bv resultaat van Tiem tegenover van € 285.000. Het verschil is gedekt door een besparing op arbeidsparticipatie. De weging van het totale risico uitvoering Wsw is midden.
Kwijtschelding
De risico’s zijn zeer beperkt en hebben vooral betrekking op de afvalstoffenheffing. Deze risico’s zijn afgedekt via de reserve afvalstoffenheffing. Bij OZB en rioolheffing is de kwijtschelding qua omvang bijna te verwaarlozen. Het beperkte risico is in de risicomatrix op pm gesteld. Gevolg van de toename van de kwijtschelding is wel dat het bedrag dat ten laste komt van Afval sterk is toegenomen. Hiermee neemt ook het bedrag toe van de inwoners die wel afvalstoffenheffing betalen.
4. Risico's bezwaarschriften en schadeclaims
In de vertrouwelijke risicoparagraaf wordt een overzicht gegeven van ingediende bezwaarschriften en planschadeverzoeken. Een aantal verzoeken is recent afgewikkeld via besluitvorming en is dus geen risico meer. Voor nog lopende zaken zal de onafhankelijke schadebeoordelingscommissie komen met een conceptadvies waarop beide partijen een reactie mogen geven. Na het uitbrengen van het conceptadvies door deze commissie is er meer zicht op de te verwachten uit te betalen bedragen. Deze komen als regel niet ten laste van de algemene middelen
5. Garantstellingen, verstrekte leningen, deelnemingen
Tiem BV
De gemeente is 100% eigenaar van de aandelen van de Tiem BV. De gemeente Zwolle staat bij de Bank Nederlandse Gemeenten voor € 15,0 miljoen garant voor alle korte en langlopende geldleningen van de BV. Het saldo aan vaste geldleningen per 31/12/2018 bedroeg € 4,42 miljoen en aan rekening courant € 2,74 miljoen; totaal € 7,16 miljoen. Er is sprake van enig risico, ingeval dat de BV niet aan haar verplichtingen kan voldoen. Daar staat tegenover een zekerheidstelling in de vorm van onderpand van al het onroerend goed van de BV (getaxeerde marktwaarde 2012 € 10 miljoen).
De Belastingdienst heeft nog geen duidelijkheid kunnen geven over het fiscale regime van Tiem. Zowel niet als het gaat om de nieuwe taken op het gebied van arbeidsparticipatie als voor de bestaande taken met betrekking tot de Wsw. Het risico is hoog dat (een deel) van de btw of door Tiem of door de gemeente niet verrekenbaar zal zijn. Omdat dit een landelijk vraagstuk is, wordt op dit moment door onze inspecteur gewacht op landelijke richtlijnen voor hij hierover een definitief standpunt inneemt.
Deelnemingen in aandelenkapitaal
De gemeente Zwolle participeert in een aantal, overheid-gelieerde, bedrijven. In de vorm van deelname in het aandelenkapitaal geschiedt dit ultimo 2019 tot een bedrag, onze boekwaarde, van circa € 1,0 miljoen. Deze aandelen zijn niet vrij verhandelbaar. In het algemeen is de werkelijke waarde van dit aandelenkapitaal op dit moment aanzienlijk hoger. Er zijn geen redenen die doen twijfelen aan een ongestoorde voortgang van betreffende bedrijven. Derhalve is het risico op deze deelnemingen vrijwel nihil.
Verstrekte lening aan veiligheidsregio.
Midden eind 2019 was de schuldrest bijna € 4 miljoen. Jaarlijks vinden er aflossingen plaats. In de loop van 2022 zal het dan nog uitstaande bedrag van ruim € 3,7 miljoen worden verrekend met de terugkoop van de kazerne aan de Middelweg.
Verstrekte leningen woningcorporaties.
Het betreft leningen aan woningcorporaties c.a. De schuldrest per eind 2019 bedraagt ruim € 12,2 miljoen. Dit bedrag wordt jaarlijks lager vanwege reguliere aflossingen. Een eerste analyse van de financiële kengetallen van onze corporaties geeft aan dat zij keurig aan de normen van het WSW voldoen. Onderhavige geldleningen vallen onder de vrijwaring door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Eerst indien het WSW in financiële problemen geraakt, nadat ook haar garantievermogen is aangesproken, zijn de gemeenten, samen met het rijk, gehouden naar rato bij te dragen in een achtergestelde lening aan het WSW. Zie opmerking over het WSW bij de gegarandeerde geldleningen van de corporaties. Het WSW is afgelopen jaar eerder aangesproken om bij te dragen aan de oplossing van financiële problemen van enkele corporaties. Daarnaast heeft de nieuwe Autoriteit Woningbouwcorporaties (vervanger van voormalig CFV) de corporaties financieel beoordeeld. Dit leidde niet tot opmerkingen dan wel interventies bij onze corporaties. Het risico ter zake kwalificeren we als gering (als pm verwerkt).
Verstrekte leningen als economische deelnemingen
Ultimo 2019 bedraagt de schuldrest circa € 3,0 miljoen van verstrekte, achtergestelde leningen, in het kader van economische deelneming aan bedrijven met een karakter van publieke taak (energie, water, afvalverwijdering). Beperkt risico op deze investeringen blijft altijd aanwezig.
Verstrekte leningen bijstand
Als pm risico opgenomen in de matrix. Voor wat betreft de verstrekte leningen in het kader van bijstand c.a., € 2,4 miljoen per eind 2019, ligt het risico volledig bij het Rijk.
Verstrekte leningen lokale organisaties.
Overige schuldrest van € 1,15 miljoen. Hiervan loopt een lening bij Odeon, dit betreft terugbetalingsregeling over teveel ontvangen subsidie van bijna € 0,5 miljoen. Betreft verder leningen verstrekt aan enkele organisaties op het terrein van de sport en aan particulieren voor riolering en ten behoeve van zonnepanelen aan scholen. Ten aanzien van laatstgenoemde schuldrestanten ligt het risico voor het tijdig ontvangen van rente en aflossing volledig bij onze gemeente. Ons zijn op dit moment geen signalen bekend van betrokken organisaties en/of particulieren die niet aan hun verplichtingen zouden kunnen voldoen. In de matrix is een laag risico opgenomen. Naast voorgaande leningen verstrekken we nog leningen ten behoeve van doelgroepen, die volledig worden gedekt ten laste van respectievelijke stimuleringsfondsen. Het risico hierop achten we gering, derhalve als pm risico opgenomen.
Leningen via stimuleringsfonds volkshuisvesting
De leningen (restant schuldrest ultimo 2019 € 1,45 miljoen) die middels het SVN (Stimuleringsfonds Volkhuisvesting Nederland) zijn verstrekt, gaan allen met Nationale Hypotheek Garantie (NHG). Mocht het onverhoopt tot een gedwongen verkoop komen, dan kan het SVN een beroep doen op die NHG. Het eigen risico hierbij is 10% voor het SVN. Zij hebben een kapitaalbuffer voor die 10%. Voor onze gemeente is het dus een latent risico.
Garantie leningen aan woningcorporaties
Een schuldrestant van bijna € 727 miljoen betreft de garantie van leningen aan woningcorporaties en landelijk toegelaten instellingen. Deze leningen zijn in eerste instantie gegarandeerd door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Ten aanzien hiervan hebben deelnemende gemeenten, samen met het Rijk, een achtervangfunctie (zie boven). Het WSW is afgelopen jaar eerder aangesproken om bij te dragen aan de oplossing van financiële problemen van enkele corporaties. Het eigen vermogen is enigszins onder druk komen te staan en de borger (achtervang door Rijk en Gemeenten voor elk 50%) kan sneller in beeld komen. Er wordt gewerkt aan een verbetering van de vermogenspositie (in brede zin) van het WSW in nauw overleg met BZK en VNG, daarbij is een mogelijke eerste stap om obligo te innen bij alle deelnemende corporaties. Wij schatten in dat hiermee afdoende maatregelen worden getroffen, zodat het risico voor ons op pm kan blijven staan.
Garantie leningen via Nationale Hypotheek Garantie
Een schuldrestant van € 889 miljoen betreft garantie van hypothecaire leningen aan particulieren in het kader van woningbouw cq. woningverbetering. Het risico over deze categorie leningen is in de risicomatrix als pmpost verwerkt. Het betreft leningen die t/m 2010 via het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW), via de Nationale Hypotheek Garantie (NHG), aan inwoners van onze gemeente zijn verstrekt. Het Rijk en de gemeenten vervullen ook hier de achtervangfunctie; zij kunnen ieder voor 50% worden aangesproken op financiële tekorten van dit waarborgfonds, voor zover het betreft leningen die t/m 2010 onder deze garantie zijn verstrekt. Met ingang van 2011 staat het rijk zelfstandig volledig garant voor alle vanaf dan verstrekte leningen.
Overige garanties hypothecaire leningen woningen
Bijna € 3,6 miljoen hiervan betreft oude garanties ten behoeve van particulieren ten aanzien waarvan we het risico zeer gering achten. De stijging van de huizenprijzen in de loop der jaren moet ruim voldoende geweest zijn, bij (gedwongen) verkoop in voorkomend geval, het schuldrestant van meestal ‘slechts’ enkele tienduizenden euro’s, te dekken. Het schuldrestant van door onze gemeente gegarandeerde geldleningen verstrekt aan particulieren door het Nationaal Restauratiefonds (NRF), bedraagt ruim € 0,4 miljoen. In totaal is sprake van 19 betrokken particulieren. Onze gemeente kan aangesproken worden voor de helft van het totale schuldrestant ofwel € 0,2 miljoen.
Gemeentegarantie dierenasiel
Het risico ten aanzien van het dierenasiel schatten we op laag in.
Gemeentegarantie stichting Kringloop (exclusief huurcontract)
Het risico ten aanzien van stichting Kringloop schatten we op laag in.
Garanties sportsector (exclusief PEC)
Een schuldrestant van circa € 2,1 miljoen aan diverse sportverenigingen. Wij beschouwen het risico met betrekking tot deze garanties als laag. Wij hebben de jaarrekeningen van deze verenigingen beoordeeld.
Garantie PEC Zwolle
Het risico t.a.v. de garantie aan PEC Zwolle blijft laag ingeschaald. De exploitatie, mede door de maatregelen uit het meerjarig Plan van Aanpak is verbeterd. De vermogenspositie van PEC is tevens verbeterd. Dit wordt ook door de KNVB bevestigd; PEC blijft in categorie 2, de status is voldoende. Per 1 juli 2019 is het garantiebedrag verlaagd met € 300.000, conform contract.
Garantie lening Stichting Filmtheater Fraterhuis
Laag risico, de gemeente heeft recht van eerste hypotheek, betaalt huur ten behoeve van aflossing.
Garantie SWZ ten behoeve van verbouw voormalige Jenapleinschool
Laag risico, de gemeente heeft recht van eerste hypotheek, betaalt huur ten behoeve van aflossing.
Garantie ten behoeve van Stadkamer, in verband met inrichting
Laag risico, de gemeente heeft tevens een subsidierelatie.
Garantie Academiehuis Grote kerk
Hoog risico, het is lastig een reëel beeld te vormen van de exploitatieontwikkeling voor de komende jaren; er zitten erg veel aannames in, zowel aan de kostenkant als aan de batenkant, die nu voor onzekerheid zorgen. De afwachting is dat het risico in de komende jaren kan afnemen, doordat toezeggingen van nu in contracten kunnen worden omgezet. Wij zullen meerdere keren per jaar de financiële situatie van het Academie Huis/de Grote kerk monitoren.
6. Verzekeringsrisico's
Met name bij voorzieningen in de openbare ruimte is er sprake van een risico op financiële schade die niet door een verzekering wordt gedekt. In dit verband zijn vooral de volgende risicogebieden te noemen: onderhoud wegen, verharding, bruggen, verlichting, bebording, gladheidbestrijding, onderhoud havens, watergangen, bermen, onderhoud bomen, speelwerktuigen, riolering, kabels en leidingen in de openbare ruimte. De gemeente is verzekerd voor die gevallen, waarin de gemeente naar derden onrechtmatig handelt, of in het geval van wegbeheer, wegmeubilair een gevaarlijke situatie laat ontstaan of heeft laten ontstaan. Voor wegbeheer, leidingbeheer geldt risico aansprakelijkheid, hetgeen betekent dat als er zich een gevaar voordoet en men hiervan schade lijdt, de gemeente in beginsel aansprakelijk is. Voor zaak- en letselschade is het eigen risicobedrag € 5.000 per gebeurtenis. Voor vermogensschade is dit € 12.500 per gebeurtenis.
Onveilige situaties kunnen bij ons onbekend zijn. Zodra wij er kennis van nemen, worden deze met voorrang opgeheven. Het relatief beperkte budget voor structureel onderhoud van onder andere elementenverhardingen zou risicoverhogend kunnen werken. In de praktijk blijkt dit echter mee te vallen. In de afgelopen jaren hebben zich geen calamiteiten voorgedaan. De gemeente is eigen risicodrager waar het gaat om technische kunstwerken (tunnels, viaducten etc.). Alle technische kunstwerken worden minimaal eens per twee jaar geïnspecteerd op de aspecten heel en veilig. De parkeerapparatuur van de gemeentelijke parkeergarages/terreinen is onder de brand- c.q. uitgebreide gevarenverzekering meegenomen. De betaalautomaten voor straatparkeren zijn niet verzekerd. In de budgetten is een post opgenomen voor kosten van vandalisme / schade.
Onderverzekering inventaris scholen speciaal en voortgezet onderwijs
De gemeente heeft de kosten van de eerste inrichting als verzekerde waarde inventaris verzekerd. De vraag is of dit wel voldoende is en of er geen sprake is van onderverzekering. Er wordt een uitvraag gedaan. Er is discussie over de hoogte van het te betalen bedrag. De verwachting is dat er op korte termijn overeenstemming is en het project kan worden uitgevoerd.
Onderverzekering inventaris kantoorpanden
De inventaris van de gemeentelijke kantoorpanden moeten nog worden getaxeerd, inclusief de gevolgen van de aanpassing van het stadskantoor en stadhuis. De verwachting is dat dit begin 2020 is afgerond.
Nieuwe aanbesteding brandweerverzekeringen
De brandverzekeraars willen het contract niet verlengen en hebben het contract opgezegd. Dit betekent dat de brandverzekering Europees is aanbesteed. Er zijn niet veel verzekeraars meer op de markt. De verzekeringsmarkt is verhard en staat onder grote druk. Het resultaat van de aanbesteed is dat de premie met 45% stijgt. Afgezien van een effect op het rekeningresultaat zullen de zeer waarschijnlijk stijgende lasten worden meegenomen via de beleidscylus 2020. Inmiddels vroeg in 2020 blijkt dat de verharde opstelling van verzekeraars doorzet en het meerdere branches gaat raken. Naast brand- en wagenparkverzekeraars beginnen nu ook CAR- en aansprakelijkheidsverzekeraars te bewegen. De twee laatst genoemde verzekeringen moeten in 2020 worden aanbesteed. Het is nog te vroeg om hier prognoses aan te verbinden. De verwachting is dat de komende tijd verzekeraars het voor het zeggen hebben en daardoor premies fors zullen stijgen, er meer verlangd wordt ten aanzien van preventie en mogelijk zelfs verleende dekkingen terug worden gebracht.
Beroepsaansprakelijkheidsverzekering
De verzekering is per 31.12.2019 beëindigd. Uit intern onderzoek blijkt dat geen behoefte en of noodzaak is deze verzekering voort te zetten.
Fraudeverzekering
De verzekeraar heeft deze verzekering per 31.12.2019 opgezegd. De verzekeraar is gestopt met de productoplossing voor fraude aangezien de uitname van het product zeer minimaal was. Kortom er bestaat geen behoefte voor deze verzekeringsvorm. De laatste jaren zijn de interne complianceregels bij bijvoorbeeld overheden zo aangescherpt dat de kans op fraude daardoor aanzienlijk is afgenomen. De beperkte marktvraag naar een fraudeverzekering heeft onze verzekeraar doen besluiten om het product uit de schappen te halen.
Cybercrime en Cyberverzekering
De kans dat cybergerelateerde incidenten de gemeentelijk organisatie beïnvloeden wordt steeds groter, terwijl ook de impact op de organisatie een duidelijker vorm begint aan te nemen. We onderzoeken of, naast interne beheersmaatregelen, een verzekering verstandig is.
7. Risico's vergunningen
Zie vertrouwelijke risicoparagraaf.
8. Risico's grondexploitaties
Ten opzichte van de MPV 2019 zijn de totale risico's ongeveer verdubbeld. De projectgebonden risico's bij Stadshagen en Voorsterpoort Retail zijn toegenomen. Bij de economische risico's is een risico op een opbrengsten opgenomen en het risico voor de uitvoering van de programma's is verhoogd naar 75%.
9. Risico's kredietprojecten
Zie vertrouwelijke risicoparagraaf.
10. Overige risico's
De afgelopen jaren worden we door de klimaatverandering steeds vaker geconfronteerd met boomziektes en stormschade. Daarnaast is er altijd sprake van een onderhoudsopgave. Het bestand van de kleine straatbomen "vergrijst". In de komende jaren wordt een deel planmatig vervangen op basis van het Meerjarenonderhoudsplan (MJOP).
- Iepen, kastanjebomen, populieren en risicobomen worden gecontroleerd. Vanwege kans op infectie van gezonde bomen worden zieke iepen direct verwijderd en vervangen. De schade als gevolg van de Kastanjebloedingsziekte neemt toe. Bij monumentale bomen worden maatregelen genomen om de boom waar mogelijk te sparen. Andere zieke bomen worden gekapt en vervangen.
- De potentiële risicobomen met betrekking tot veiligheid worden om de 2 jaar geïnspecteerd (VTA-inspectie); de risicobomen met een hoog risicoprofiel worden elk jaar geïnspecteerd. Op basis van de inspectie wordt snoei toegepast en wordt het meerjarige vervangingsplan opgesteld.
- De kosten voor bestrijding van de eikenprocessierups blijven hoog en groeien nog. Dit bleek in 2019 ook waarbij in totaal ruim € 200.000 nodig was voor de bestrijding van de eikenprocessierups. Direct optreden is noodzakelijk vanwege de gezondheidsrisico’s voor onze burgers. De verspreiding hangt sterk af van de weersomstandigheden.
- Tot de zomer van 2019 zijn als gevolg van de Essentakkensterfte bijna 2.000 essen gekapt en grotendeels herplant met andere soorten. Jaarlijks worden de resterende circa 7.300 essen in de straten geïnspecteerd en wordt bepaald welke zieke essen gekapt of gesnoeid moeten worden. Uit de inspectie die in de zomer van 2019 is uitgevoerd blijkt dat de ziekte doorzet maar dat het aantal te kappen bomen veel kleiner is dan in 2018. De essen in de bosgebieden worden ook geïnspecteerd en indien nodig worden ook maatregelen genomen. De aanpak kan voor een deel worden opgevangen binnen de al beschikbaar gestelde extra budgetten en de reguliere Vervangingsinvesteringen BOR en een deel niet.
- De overlast door “lekkende bomen” blijft groot. Door warmere zomers, hebben bomen meer last van luizen, die daardoor vaker hinderlijk gaan "druipen". Naast lindes geven sinds 2012 ook andere boomsoorten deze overlast. Alleen bij extreme hinder worden maatregelen genomen.
- Stormschade wordt veelal veroorzaakt door bomen, die in hun val hun omgeving beschadigen. Het blad blijft tegenwoordig langer aan de bomen, waardoor deze langere tijd gevoelig zijn voor stevige stormen (een boom zonder blad kan veel meer wind verdragen). Bovendien vinden meer stormen plaats in de periode dat de bomen nog bladdragend zijn.
Het risico op overschrijdingen op het product “ziektes en plagen” ramen wij als pm-post en maakt onderdeel uit van de algemene risicopost van € 1,5 miljoen (voor alle pm-posten).
Japanse Duizendknoop
Japanse duizendknoop (JDK) is een schadelijke, invasieve exoot die civieltechnische constructies en vooral biodiversiteit door overwoekeren van gewenste vegetaties ondermijnt. Om de schade en schadeclaims door JDK te voorkomen heeft de gemeente Zwolle maatregelen genomen. In 2019 is een nieuwe meting van JDK locaties gedaan. Hierbij zijn 18 locaties en 1.900 m2 meer waargenomen dan in 2018. Daarnaast is een proef gestart waar verschillende bestrijdingsmethoden worden toegepast op zeven locaties in Zwolle. De resultaten van deze proef gecombineerd met landelijke ontwikkelingen is de basis voor de aanpak van JDK in Zwolle. Door intensieve interne en externe communicatie hoe om te gaan met de JDK is getracht verdere verspreiding van de plant te voorkomen. Ondanks deze inspanningen is de effectieve manier van bestrijding van de plant nog niet in zicht. In 2020 willen we desondanks tot een structurele aanpak van bestrijden overgaan met mogelijke bijstellingen op basis van nieuwe ontwikkelingen